Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He will come afterwards.	Hij zal nadien komen.
	to make an appointment	een afspraak maken
	How much time will that take?	Hoe lang gaat dat duren?
	if I should go there	als ik daar heen zou gaan
	to set up a plan	een plan opstellen
	to go to a concert	naar een concert gaan
	Let me explain.	Laat me het uitleggen.
	added the chicken to this	liet de kip hierop volgen
	I’ll be flying to Boston.	Ik ga naar Boston vliegen.
	to distinguish (long form)	te onderscheiden
	Tom will explain it to you.	Tom zal het je uitleggen.
	This shouldn’t take long.	Dit zou niet lang moeten duren.
	Will you be leaving tomorrow?	Ga je morgen vertrekken?
	I shouldn’t have gotten so angry.	Ik had niet zo boos moeten worden.
	There’s no need to pretend anymore.	Je hoeft niet meer alsof te doen.
	You should have gotten up earlier.	Je had eerder moeten opstaan.
	He’ll show up soon.	Hij zal spoedig komen opdagen.
	We will understand it afterwards.	Nadien zullen we het begrijpen.
	I want to marry a virgin.	Ik wil graag met een maagd trouwen.
	Keep speaking, because you speak well.	Blijf praten, want je spreekt goed.