"with (accompanying)" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English	Dutch	Status
	I want to marry a virgin.	Ik wil graag met een maagd trouwen.
	He had broken up with his wife.	Hij heeft met zijn vrouw gebroken.
	My cat is always up to mischief.	Mijn kat is altijd bezig met kattenkwaad.
	He walked to the castle with great strides.	Hij liep met grote passen naar het kasteel.
	with country flowers and a hedge	met boerenbloemen en een heg
	To what extent do you agree with the following statements?	In welke mate ga je akkoord met volgende beweringen?
	“They are lovely children the mother has,” said the old duck with the rag around her leg.	“Het zijn lieve kinderen die de moeder heeft,” zei de oude eend met het lapje om de poot
	Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess.	Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn.
	Don’t talk to her right now.	Praat nu niet met haar.
	closely with	nauw samen met
	My sister is playing with a doll.	Mijn zus speelt met een pop.
	to make fun of something	de draak steken met iets
	in close consultation with our customer	in nauw overleg met onze klant
	Tom showed up empty-handed.	Tom kwam met lege handen opdagen.
	I can’t sleep with all this noise.	Ik kan niet slapen met dit rumoer.
	with a whole lot of glass, so you can see	met flink veel glas, dan kun je zien
	Leave her alone and stop complaining.	Laat haar met rust en stop met vitten.
	a long coat with pinstripe	een lange mantel met krijtstreep
	Tom talked to the press.	Tom heeft met de pers gesproken.
	I want a dish with beef.	Ik wil een gerecht met rundsvlees.